Twee agenten zagen op 23 augustus rond 14.30 uur op het fietspad van de Bredaseweg een scooter in de richting van het centrum rijden. Op deze scooter zaten twee mannen.
Op het moment dat de bestuurder de agenten, die in een politie-auto reden, zag stopte hij tussen enkele geparkeerde auto’s. Beide mannen stapten van de scooter af, staken de weg over en gingen vervolgens uit elkaar.
Eén van de mannen liep het pad naar de voordeur van een huis, ondertussen bellend met zijn GSM. Zonder dat hij had aangebeld liep hij weer terug naar de stoep. De agenten zagen dat de man zich ongemakkelijk voelde en ze spraken hem aan. Op de vraag wat hij bij de voordeur van het huis deed, antwoordde hij dat daar een vriend woonde. Hij werd gevraagd naar zijn identiteitsbewijs maar dat had hij niet bij zich. Eén van de agenten liep toen naar het huis en vroeg de bewoners of zij de man kenden. Dit was niet het geval. De andere agent had de tweede man, een 31-jarige man uit Roosendaal ondertussen aangesproken. Ook hem werd om een identiteitsbewijs gevraagd en dit kon hij tonen.
Op de vraag van wie de scooter was gaf de bestuurder van de scooter, een 28-jarige man uit Roosendaal, een vaag verhaal op. Op de vraag of hij een geldig verzekeringsbewijs had van de scooter kon hij dat niet tonen. Bij navraag bleek dat de scooter gestolen was. De agenten onderzochten hierna de scooter en toen bleek dat er in de bergruimte een tas lag met inbrekersgereedschap. De man 28-jarige man is aangehouden op verdenking van heling van de scooter en meegenomen naar het bureau.